Thermoplasten kunnen worden onderverdeeld in amorfe en semi-kristallijne thermoplasten. Amorfe thermoplasten zijn transparant omdat ze geen zichtbare additieven hebben. Semi-kristallijne thermoplasten lijken daarentegen ondoorzichtig of melkachtig voor het blote oog. In principe kunnen identieke thermoplasten met de laser aan elkaar worden gelast. Er moet echter rekening worden gehouden met de optische eigenschappen van de thermoplasten. In de tabel staan de materiaalcombinaties die met de laser kunnen worden gelast. Naast deze combinaties kan het assortiment ook worden uitgebreid door de mengsels te wijzigen.
Optische eigenschappen De optische eigenschappen van kunststoffen beïnvloeden de lasresultaten van laserlassen.
Enerzijds vereist laserlassen transparante laspartners. Zonder additieven is elke thermoplast transparant voor laserstraling. Er wordt echter onderscheid gemaakt tussen amorfe en semi-kristallijne thermoplasten. Bij amorfe thermoplasten wordt de straling vrijwel perfect doorgelaten, zelfs bij dikkere materialen. Bij semi-kristallijne thermoplasten wordt de straling daarentegen gebroken en gereflecteerd bij de korrels. Dit resulteert in een verstrooiing van de straling, die vooral afhankelijk is van de mate van korreling en de dikte van het te bestralen materiaal. De onderstaande afbeelding toont een spectrale analyse van transparant polypropyleen (PP). In het golflengtebereik tussen 800-1100 nm is de transparantie van de kunststof zelfs hoger dan in het zichtbare bereik (400 - 700 nm).
Optische penetratiediepte De optische penetratiediepte is een maat voor de eigenschappen van een absorberende verbinding.
Het geeft aan hoe diep de straling in het plastic oppervlak doordringt voordat er warmte wordt gegenereerd. Idealiter ligt de optische penetratiediepte in het µm-bereik, zie de afbeelding hierboven. Als de absorptie onvoldoende is, is de kans groter dat volumetrische absorptie optreedt. Dit verwarmt de gehele dikte van het materiaal, zie het middelste geval. Het derde geval beschrijft overmatige oppervlaktereflecties. In dit geval kan de straling helemaal niet in het oppervlak doordringen. De laatste twee gevallen zijn daarom behoorlijk ongunstig voor het proces.
De hitte die ontstaat tijdens het lassen creëert een hitte-beïnvloede zone, die zichtbaar is door microtomen of microsecties onder een microscoop. Het ontwerp van de las kan vrij eenvoudig worden afgehandeld. Simpel gezegd, de componenten moeten fysiek contact maken in het lasgebied. Maar zo eenvoudig is het niet: de onderdelen moeten worden ontworpen voor lasergebruik.